20190528 Droog

28 mei 2019 - Stavros, Griekenland

Droog
Vanmorgen was het droog, vanmiddag was het droog, vanavond (het is nu 18:30) is het droog. Paar wolkjes, 20 graden vanmorgen, 28 vanmiddag en nu een perfecte 23. 
Uitzicht op zee, kamertje voor weinig, motor weer onder de Sjak-doek. Morgen waarschijnlijk nog een dag rustig toeren in Griekenland voordat ik de sprong waag naar het Aziatische deel van Turkije.

Na een eenvoudig ontbijtje heb ik de kleding weer aangedaan, mijn polsen ingesmeerd en ben gaan tuffen. Heerlijk, zonnetje aan de hemel, rustig rijdend langs de kust van de linkervinger. Langs heel veel baaien en beaches. De westkant van deze westelijke vinger is nog redelijk eenvoudig en ongerept, de oostkant heeft veel meer hotels en resorts. Ik besluit ook om de middelste vinger te bezoeken. De wegen zijn redelijk tot goed en lekker rustig deze tijd van het jaar. 

Vanmorgen, nee eigenlijk gisteren al, viel het me op hoeveel bloeiende planten in de berm staan. Veel brem en roze en paarse bloemen die samen een lekkere geur afgeven. Als je daarna door het bos rijdt ruik je hars en denneboom. Langs de velden ruik je het hooi. In de dorpjes vaak gebakken vlees of vis op de bbq. Al met al is het fijn rijden in de provincies Zuid en Oost-Macedonie. Volgens mij heet het hier zo.

In het dorpje Metamorfosa (je verzint het niet) stop ik voor een koffie. Bij een super-bakker. Aardige kerel (en echtgenote) met fantastisch bakwerk, baklava en brood. Als ik een stuk gebak aanwijs knikt hij en lacht. Even later dient hij het op, met daarnaast nog een ander stukje zoetigheid. Met meteen wat telefoontjes zit ik hier bijna een half uur te genieten.

Op de middelvinger is het drukker en toeristischer dan links, maar deze vinger is wel dikker en hoger en heeft een groot bergachtig gebied in het midden. De wegen zijn ook hier redelijk goed en omdat het droog is en rustig is sturen hier ook bijna vakantie. Grapje. Het ís vakantie.
Ook hier weer heel veel baaien en beaches, veel barretjes en restaurantjes, veel toerisme. 

Vanmorgen ben ik later begonnen en als ik bij een zoetwatermeertje aankom, waar ik eigenlijk wilde stoppen, is er geen enkel hotel. Slechts een bar met lekkere koffie en een paar oude baasjes die grapjes maken dat mijn motor groter is dan hun drie brommertjes bij elkaar. Leuk, dat gebarentaal-communiceren. En dan nog grapjes maken ook. 

Ik zie dat tien kilometer van het meer er ook zee is. Daar zijn div hotels en appartementen. Ik kies er een, die bevalt. De blonde dame spreekt ook alleen Grieks en Gebaritis. Maar zoals het verhaal begon: We hebben uitzicht op zee, kamertje voor weinig, motor weer onder de Sjak-doek (mooiere naam kan ik niet bedenken). Blonde moeke werkt onder het balkon de tuin netjes bij. Ik kweek alvast wat trek voor zometeen.

Foto’s