20190526 Balkanrit

26 mei 2019 - Ohrid, Macedonië

Geen rustdag voor de Albanezen. 
Na een vet groot ontbijt, waarvan ik de koffie, yoghurt, omelet met kaas en wat tomaat heb genomen, neem ik afscheid van dakterras, zwembad en luxe dubbele kamer. Ik rij naar Shkodër om daarna richting Kosovo te gaan. Het centrum, dat wil zeggen de weg in/naar het centrum is een belevenis. Een markt vol kraampjes, mensen, auto’s fietsen, alles door elkaar. 

Het drukke(nde) verkeer stroomt door deze ongeorganiseerde meute, zich niet hinderend aan verkeerslichten, borden of strepen. We wurmen onze motor er keurig tussendoor, met af en toe een advies van Eva om links of rechts te gaan. Zo komen we buiten de stad en rijden richting grote weg. Mijn pad gaat iets korter, dus door de velden waar hetneen drukte is van oude en zeer oude tractoren, wagens, eenwielers en eigenlijk alles wat rijdt mag meehelpen op het land. Soms kolderieke contructies, soms levensgevaarlijke situaties. 

Dan kruist mijn binnenpad, na een brug over te zijn gereden waar iemand ijzer nodig had en dus delen van de reling heeft gedemonteerd, de grote weg. Het zal bij Milot zijn geweest. Daar, onder het viaduct en ernaast en er bovenop is een markt ingericht met schapen en kippen en kalkoenen en kleding en meuk en ratjetoe. De afrit zelf bereik ik door tussen twee kraampjes met kippen linksaf te gaan. 

Er volgt een twee, dan vierbaansweg die als een snelweg door de bergen slingert. Ik maak een foto van dat lint, gewoon door stil te gaan staan op deze uitgestorven weg. Slechts af en toe een auto. Prachtig. 

Tegen de tijd dat Kosovo nadert valt de ene na de andere rijbaan af, zodat er een vlak stuk weg naar een soort tolstation leidt. De grens. Een aardige douanier vertelt dat ik een korte tijd verzekering moet kopen omdat Kosovo de groene kaart niet respecteert. Het kost me een tientje en tien minuten, die ik vol praat met een Zwitserse Kosovaar op vakantie. 

Als ik check hoe het zit met valuta ben ik in Kosovo in de dataroaming val gevallen. In Montenegro en Albanie had ik roaming weer aan staan, vergeten uit te zetten. Dus toen ik ergens in Kosovo een sandwich kip met sla en cola, samen voor €4,-, zat op te smikkelen, kreeg ik een SMS van Vodafone dat ik op 80% van mijn €50,- datalimiet zat. 
Gauw roaming uitgezet, de schade zie ik later wel. 

In Prizren rij ik, net als in Shkodër, de fuik van een bruisende balkanstad in. Terwijl ik onderweg ben naar Ohrid. Dus ik keer en neem even een koffie bij een pomp. Waar een jongen blij is Duits te mogen spreken. Hij stottert maar in begrijpelijk Duits verklaart hij dat hij Duitse les neemt om straks in Duitsland te gaan werken. Hij wacht nu al een jaar, zijn neven hebben werk voor hem geregeld in Baden Würtenberg, hij denkt nu over een half jaar weg te gaan. Dapper jong. 

De weg van Prizren gaat eerst naar het oosten, om een paar knuisten van bergen heen. Dan rechtsaf de heuvels in. Bochtige weg, dus leuk, zult u denken. Alleen de Balkan zal de Balkan niet zijn of er is wel een regenbui die de pret verstiert. De weg is nat, dus ik doe rustig aan. 

Dan weer een grenspost in the middle of nowhere, met een douanier die niet begrijpt dat ik pas een paar uur geleden het land binnenkwam en nu alweer wegga. Tsja, die dingen gebeuren. 
En ik ga weer verdr, de weg naar beneden. Het dal in. Waar het donker is, en grijs. Dus ik pak de regenhandschoenen maar weer en de hoes over de tanktas. Gaat er dan geen dag voorbij zonder regen? 

Ik kies voor de snelste weg richting Ohrid, tegen mijn principes in dus ook via een stuk snelweg. Tweemaal moet ik de klamme handschoenen uit- en aantrekken om tweemaal €0,50 tol te betalen. En dat terwijl die miezerige rotwolk alleen maar een paar spetters heeft neergelegd en dreigend boven me meereist. 

Als ik Ohrid binnenrij en zoekend en speurend naar een hotel richting oude stad ga, komt er een Kosovaar op een MTB naast me rijden en vraagt of ik een kamer zoek. Dat doe ik. Hij heeft een appartement met garage voor de motor, met wifi. Voor €25,- 
Dus nog zonder te zoeken, zelfs nog zonder stil te staan, heb ik onderdak voor vannacht. 

Het blijkt een tweekamer appartement te zijn met alles erop en eraan, vijftig meter van de oude binnenstad, vijftig meter van het meer. Wat wil je nog meer. Ik loop het centrum in en koop fruit en yoghurt voor het ontbijt, plus een biertje voor op het balkon waar ik nu het verslag maak. Met uitzicht op het meer. 
Groeten uit Ohrid, Noord-Macedonie 

Foto’s