20190525 Angst

25 mei 2019 - Shkodër, Albanië

Angst is het thema van vandaag, ben ik bang. 

Dat begint al om 01:00 uur als ik wakker wordt van het vuurwerk. Of de Slovenen al thuis zijn? Ik ben bang van niet dus slaap slecht weer in. Ik moet denken aan de rit van morgen (vandaag dus) waarbij ik mijn lekkere stekje moet verlaten voor onbekende landen. 

Ook peins en pieker ik over het weer van morgen en of die weg van Theth terug wel begaanbaar zal zijn. Dat gaat zo de hele nacht door. En over wat er allemaal mis kan gaan. Aan de grens, als ik omval, als , als, als. 

‘s Morgens voel ik me onhandig met dat boek voor het ontbijtmeisje. Geen idee hoe ze heet en of ik niet te aanmatigend ben. Maar ik geef het gewoon en ze doet blij. Maar ik blijf een gepannen gevoel houden over het weggaan, naar eerst Montenegro, dan naar Albanië. Jemig. Wie doetmdat nou? En helemaal alleen? Zelfs die Slovenen waren met zijn vieren en niet eens zover van huis. 

Als ik eenmaal onderweg ben, richting Trevinje, zie ik alleen maar stellen motorrijders, geen solisten. En dat de pompbedienden me veel succes en goede reis wensen leg ik verkeerd uit. Maar ik zet door. Hoor. 

Dan komt de grens met Montenegro. Terwijl ik weer op een wit weggetje rij, vol kuilen en gaten, zo’n lappendeken als we van vroeger kennen. En ook dit weggetje was van het ene op andere moment singletrack, om na twee kilometer weer gewoon tweebaans te worden. Maar OK, ik rij dus met die spanning en al naar de douanier in zijn veel te kleine hokje. 

Paspoort OK, kentekenbewijs OK, groene kaart OK. Karren maar. Tweehonderd meter verder hetzelfde ritueel maar dan van de Montegraanse kant. Ook OK. Dus vort, gas erop. 

Gas erop kan in Montenegro. Wat een mooi asfalt, mooie glooiende bochten, heerlijk na dat afzien in BIH. Links, rechts, links, opschakelen en dan .... Shit. Politie op de weg met een pannenkoek. Halt. 
Hij praat me vemanend toe in zijn moederstaal, ik antwoord dat ik er op zal letten. Hij steekt vijftig vingers op, niet harder! Ik wijs naar het asfalt, maak een weids gebaar en grijp naar mijn hart. Hij moet lachen en wijft me weg met een gebaar van: nog een keer en je moet betalen. Toffe gast. 

Maar de angst voor politiecontroles zit er bij mij goed in. Ik heb geen zin in geemmer en smeergeld, voorkomen is beter dan genezen. Ik hou me dus (redelijk) aan de snelheid en geniet ondertussen van de bochten in het landschap. Ook het weer werkt eindelijk eens mee. Weer weinig wolkjes alleen die ene linksvoor. Die grijze. Die maakt me bang. 

Als we aan de afdaling naar de baai van Kotor beginnen, toch wel een van de fotogenieke hoogtepunten van deze reis, blijkt die wolk linksvoor een broertje rechtsachter te hebbem geroepen. En ja hoor. Mist en regen is mijn deel. De baai is grijs, de weg is nat, de Montenegroïden geven nog eens extra gas en mijn feestje is verstierd. Druppend kom ik aan in het dal waar nog iedereen in T-shirt loopt en doet alsof er niets aan de hand is. 

In het dal heeft een van de drie cruise schepen haar lading toeristen van de dag gelost zodat het druk is. Met auto’s, bussen, busjes, taxis en het reguliere zaterdag-inkopen-doen publiek. En als ik langsrij, met dat regenwolkje boven me, pakt iedereen een plu of regenjas of neemt een sprint naar een afdak. 

Bij de pomp neem ik een koffie en plaats mijn Nederlandse simkaart weer in mijn telefoon. Ik kan de koffie met Euro betalen. Het wordt droog. Ik ben in Montenegro, de wegen zijn goed, de Politie kijkt de andere kant uit, ik moet niet miemen maar genieten. Het is vakantie. Dus ga ik weer op pad, even goed fout rijden en ik kom uit in Budva. Dat is een soort mondaine badplaats aan een mooie baai. En de zon schijnt er. 

Maar niet voor lang, want daar heb je die k.. grijze wolk van linksvoor. Ik zie hem aankomen en doe alvast de hoes over de tanktas en mijn regenhandschoenen aan. Er is geen ontkomen aan, ik zal en moet vandaag weer eens zeikesnat worden. Tsjonge wat een bui. Stel je voor, de weg gaat 7% omhoog, dat is niet niks. En toch staat het water zeker vojf cm hoog. De vrachtwagen voor me blaast het meeste van de weg af, maar tegenliggers doen het zelfde dus ik krijg regelmatig een douche. En, mijn pak houdt me droog. Alleen een paar druppels in mijn nek. 

Ook deze bui houdt het voor gezien en de lafaard, als het droog is kijk ik waar hij is gebleven. Weg. Niets te zien. En even later rij ik over een droge weg met voetgangers in T-shirt die niets in de gaten hebben. Gelukkig wonen zij in Podgorica en ik niet. Wat een drukke rommelige stad, met zwervers en luxe mercedessen, het bekende werk van arm en rijk, naast elkaar, gedogend maar niet mixend. Verschil moet er zijn, en is er ook. Soms schrijnend. Ik stop eens en controleer het weer. In Albanie, in Theth is het droog. Gelukkig. 

Het verkeer is gevaarlijk. Als je naar sommige bestuurders kijkt begrijp je waarom. Een blik in de ogen van totale afwezigheid, een smartphone in de hand, achterover leunend een kind meppend, rokend. Alles tegelijk. Oudjes die al dood zijn maar het zelf nog niet weten hebben geen geld voor een scootmobiel maar wel voor een VW Golf mark2. Ze kunnen niet meer achter een rollator, maar wel achter een stuur. Met, of liever zonder reactiesnelheid die bij de leeftijd past. 

Bij de grens naar Albanie praat ik kort met een Italiaanse motorrijder, hij waarschuwt met name voor rotondes. Wellicht zijn die pas onlangs aan het straatbeeld toegevoegd en moeten de Albanezen dit zich nog eigen maken. Hij is nog nooit naar Theth geweest. 

Dan komt de weg naar Theth. De weg waar ik me zo druk over heb gemaakt. Of hij berijdbaar is en zo. Beneden aan de bergen is het droog. Daarboven hangen wolken maar het zou toch droog zijn? Het begint met reutelen en rammelen, boeksen en gaten. Slechte weg dus. Maar asfalt. Met af en toe grind. Ook in de bochten. Maar niet enger of smaller dan ik al gehad heb. En die plassen dan? Liggen die er van gisteren of van daarnet? U voelt het al: de spanning bouwt zich op. 

Halverwege de beklimming, denk ik (hoop ik ) staan twee motorrijders. Ik vraag hen hoe de weg is. Ik hoor het antwoord maar half. Iets met “tot de top ok”. Verbeeld ik het me, of kijkt nummer twee alsof hij blij is om weer bijna beneden te zijn? Wat weet hij dat ik (nog) niet weet? Allemaal rijden we door. Ik naar boven. Waar opeens de weg nat wordt en haarspelden krijgt. Met veel verbogen vangrails. Erg verbogen. Maar ik ben niet bang, o nee. Alleen voorzichtig. 

Met elke haarspeld word ik voorzichtiger. En verstandiger, bedachtzamer. Banger? Nee hoor. 
Peter is nergens bang voor, behalve voor de tandarts. Oh ja, had ik gezegd dat al op dag 2 een stukje van mijn voortand is afgebroken? Richard, we moeten een afspraakje plannen. 
Dat bedenkt ik allemaal bij de volgende haarspeld, in de eerste versnelling, het grind en de takken op de weg ontwijkend. 

Om me heen verschijnen sneeuwhopen. En stroompjes over de weg, die soms is weggespoeld en met ruw beton is opgelapt. Het wordt rauwer en ruwer, zonder zon, er hangen weer (licht)grijze wolken, die ik niet vertrouw. 

Dan ben ik boven. Een ongeplaveide parkeerplaats. Een prachtig uitzicht. Links staat een bord met een pijl nog verder naar links, daar 15 km verder ligt Theth. Tussen mij en Theth ligt een keienpad. Met natte keien. Glibberkeien. Ik ben niet bang en rij er op. Glibber. Nee, niet naar links brommer, naar voren. Nee ook niet naar rechts, achterwiel, recht achter het voorwiel aub. En dan, als er hotsebotsend een Engelse fourwheeldrive komt aangeglibberd en ik aan de kant moet, 100 of 200 meter offroad zogezegd, besluit ik dat ik dit niet leuk vind. 

Spannend? meer dan! Bang? Ik zeg liever verstandig. Angst? Ik noem het liever bedachtzaam. Teleurgesteld? Nee, ik ben trots op hetgeen ik tot zover heb gepresteerd. Het leven begint aan de grens van je comfortzone. Vandaag ben ik er een paar keer overheen gegaan. Ik heb vandaag geleefd. En nu weer terug naar comfort, als het kan. 

Dus ik ben gekeerd en rustig naar beneden gereden. Nu heb ik wel tijd genomen voor wat foto’s. Prachtige weg opeens. Ik neem tijd om te genieten terwijl ik bedenk waar ik vannacht nu weer moet slapen. Kriebel in de buik van onzekerheid, slik ik weg met een paar slokjes uit de camelbak. Komt vast goed, laat ik eerst maar eens naar Shkodër rijden, daar is vast wel iets te vinden. 

Beneden aangekomen stuurt Eva me nog even, voor de schrik, een soort zigeunerwijk in met zonder asfalt. Dus verdwaal ik als kinderen lachen en opgeschoten jongeren me volgen en oudere mensen de goede weg wijzen. Pfff. Eindelijk de grote weg. Mijn hartslagritme daalt. 
Na een kilometer of wat komt een rotonde. Rechts staat een hotel. Wel wat afvallig, maar misschien is het wat. 

Aan de andere kant van de rotonde staat een glas met chroom hotel met gazonnetje. Ik stop om via Booking te vinden wat daar een kamer kost. €37,- incl ontbijt. Het afvallige hotel heeft kamers van €33,- maar zit vol. 
De egards waarmee ik wordt ontvangen, de kamer zelf met fantastische badkamer en zelfs een dakterras. Voordat ik ga dineren ga ik even zwemmen in het zwembad. Ik ben meer dan tevreden met zoveel comfort. Ben ik bang. 

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s