20190524 Dagje vrij (o ja? Dat d8-je)

24 mei 2019 - Mostar, Bosnië en Herzegovina

Gisteren in het teken van het verleden, bedrukt en wel. Maar zeker met een goed einde in de vorm van een perfect appartement. Met niet alleen een binnenplaats voor de motor maar ook nog, in het centrum van Mostar, een omsloten tuin met privacy. Voor het ontbijt maar ook voor het lezen van een boek of het schrijven van een verhaaltje. 

Ik besloot vanmorgen om hier nog een nacht te blijven en een soort rustdag in te lassen. Uitgebreid ontbeten en gekletst met de dame van het ontbijt. Ze is eigenlijk scheikunde docent maar daar is geen werk voor. Dus doet ze het ontbijt en werkt daarnaast in een restaurant. Ze vertelt veel over het land, de republiekjes ofwel kantons en over dat Bosnie niet eerlijk is en niet eerlijk wordt behandeld. 

Maar uiteindelijk is ze tevreden met het leven dat ze leiden, dat het slechter kan maar dat het nu eenmaal zo is dat ze in BIH woont: als ze in een ander land zou wonen, zou ze daar de taal moeten leren en leven met de mensen die daar wonen. Neem nou Noorwegen: daar is een vriend van haar naartoe gegaan. 

Het weer is heerlijk, 20 graden en slechts een paar witte wolkjes. Ik lees op Polarsteps in het verslag van Jan, een van de twee net geslaagde Nederlanders, dat de kustweg van Split naar Dubrovnik zo mooi is. Na ampele overwegingen haal ik de inmiddels opgedroogde Sjakdoek van de motor, haal de zijkoffers er af en stap op voor een klein rondje sturen. 

Het gaat eerst naar Neum, de enige kustplaats van BIH. De weg erheen begint uitstekend loopt door een smalle landengte insgsloten tussen Kroatie aan de ene zijde en .... Kroatie aan de ander zijde. Vreemd maar waar. De kustweg tussen Split in het noorden en Dubrovnik in het zuiden wordt onderbroken door een kleine strook BIH. Maar, om mijn verhaal af te maken, als ik in het dorpje Buna kom, geven de borden rechts Neum aan en Tomtom zegt links. Ik volg de gele borden. De weg blijft mooi en stijgt tegen de hoge bergen zodat ik een. Ooi uitzicht heb op de Darische Alpen in Herzegovina. 

Dan komt de rchterrijstrook te vervallen en is het nog slechts een singletrail bergweg met grind en af en toe tegeliggers in de bocht. Van postwagen tot en met jaren vijftig kiepwagen. De offroad training grind-rijden werpt haar vruchten af, de TKC70 banden doen hun best. 25 km later wordt de weg weer iets breder. Ik kom bij de kust en ploeps ligt er driebaans nieuw asfalt. 

Bij Neum sla ik rechtsaf om de kustweg noordwaarts te rijden, zodat ik de zon in de rug hou. Het is inderdaad een mooie weg. Wel met veel snelheidsbeperkingen en dubbele witte strepen. Als ik eenmaal weer ik Kroatie ben (3minuten bij de grens wachten, slechts) stop ik voor een koffie, een plas en advies over rijgedrag en tolerantie niveau van de Kroatische politie. Motorrijders hebben gelukkig een streepje voor. En vandaag zie ik er heel veel. 

Met dit bevrijdende gevoel geniet ik van de weg en de uitzichten. Tot een klein knaagdiertje in mijn maag vraagt om te lunchen. Dat doe ik aan het water. Op een bankje. In de schaduw van een boom. Rust. Nu bepaal ik pas de volgende stap van mijn “rustdag”. Bij Promanja wil ik door de tunnel en dan weer naar Mostar. Nog even genieten in de stille tuin. 

Met een biertje en wat chips. Gewoon omdat het kan. Met eindelijk de blote buik even in de zon. Tot ik er genoeg van heb en ga wandelen. 

Op het grote plein voor het trieste hotelskelet is het een drukte van jewelste. Inclusief één politie auto. Dus ik durf te vragen wat er aan de hand is. “Sind Sie Deutsch?” vraagt een jonge dame die een oude dame ondersteunt. “Eh, Dutch yes, German no”. “Aber sprechen Sie Deutsch?”. Oma wil namelijk graag even haar oude moedertaal spreken. Het blijkt dat de middelbare scholieren examen gehaald hebben en gefeliciteerd worden door familie en vrienden. Dus een feestje. 

Ik loop verder en zie in een tweedehandsboeken winkeltje een Bosnische versie van Harari’s boek staan. Ik koop het voor een grijpstuiver voor mijn ontbijtmeisje/lerares. 
Dan ga ik nog even zelf lezen op het muziek terras van bar Marshall. Van een mede barbezoeker krijg ik de geweldige tip om te gaan eten in hetzelfde restaurant als gister. 

De dame in klederdracht herkent me en wijst me naar een gedeelde tafel: een tafel voor vier waar nog twee plekken vrij zijn. De andere zijn bezet door Michael uit de USA maar met Bosnische ouders en zijn Bosnische vriendin Ivona. We kletsen kort, zij kletsen liever in hun eigen taal. 

Na de Bosnische schnitzel (wow, lekker) loop ik de hoek om naar mijn hotel. Zitten er opeens vier Sloveense motorrijders onder mijn slaapkamer raam te roken, kletsen en drinken. Gelukkig gaan ze niet veel later stappen zodat ik in slaap kan vallen. 
Of ik lekker geslapen heb hoor je morgen. 

Foto’s